Cultuursmakers

Brussel MultiMolem

In Molenbeek waar velen thuis zijn (2)

We vertrekken voor het tweede deel van onze wandeling aan het metrostation Graaf van Vlaanderen.  Wie met de metro komt (of aan het einde van de wandeling vertrekt) ziet boven de sporen en perrons de figuren van 16 dat de zwevende figuren, een kunstwerk in gips en brons van Paul Van Hoeydonck dat de treffende naam 16xIcarus meekreeg.

Eens uit het station gaan we langs de Sint-Mariastraat richting kanaal.  Daar slaan we rechtsaf op de Koolmijnenkaai.  Langs het kanaal merken we de rij molentjes op die rustig draaien in de wind en die verwijzen naar de naam van de gemeente.

We komen aan de Gentsesteenweg.  Hier aan de grens van Sint-Jan Molenbeek en Brussel stond destijds de Vlaamse Poort uit de laatste omwalling van de stad Brussel.  De poort werd al in de 18° eeuw gesloopt en later vervangen door twee octrooipaviljoenen, die op  hun beurt bij het slopen van de omwalling verdwenen.  Deze plaats blijft in de volksmond als de Vlaamse Poort gekend.  De doorgang van de steenweg naar de stad liep destijds niet door de brede Dansaertstraat, die pas einde 19°eeuw werd aangelegd, maar langs de Vlaamse steenweg, die in het Frans Rue de Flandre heet.  Bij de vertaling werd de steenweg een straat.  Dit toont ook aan dat de steenweg de oude straat is.

Het kanaal Brussel-Charleroi werd aangelegd in de eerste helft van de 19° eeuw en waar het langs de Vijfhoek van Brussel kwam werd gebruik gemaakt van een deel van de gronden die vrijkwamen na het slopen van de stadsomwalling.

Vormt het kanaal een fysieke grens tussen beide gemeenten ook de straten aan beide zijden, de Dansaertstraat in Brussel en de Gentsesteenweg in Molenbeek verschillen merkelijk, maar hierover later.

We steken de Gentsesteenweg over en stappen verder langs het kanaal Brussel-Charleroi, nu langs de Henegouwenkaai. Hier komen we aan de eerste restanten van het industriële Molenbeek.  Aan de bocht van het kanaal ligt de oude brouwerij Belle Vue.  Deze heeft een hele geschiedenis achter de rug met heel wat overnames en opslorpingen in grotere gehelen.   Hier er bestond al voor 1842 een brouwerij die later brouwerij Louis & Emile De Coster werd. Deze brouwerij was nog maar net overgenomen door Brasseries De Boeck-Goossens, toen dit op zijn beurt werd overgenomen door Belle-Vue. Na de overname door Interbrew stopte het brouwen er. Interbrew stelde de brouwerij open als een soort museum, maar brouwde er niet meer. In 1996 vielen de activiteiten er stil. 

De voormalige brouwerij omvat nu drie delen.  In hen deel beheerd door de gemeente werd een opleidingscentrum voor horeca en toerisme ondergebracht.  Een ander deel is ter beschikking gesteld aan Platform Kanal, een burgerinitiatief dat tussen 2008 en 2014 allerhande initiatieven rond de kanaalzone ontwikkelde.  In 2016 opende in de gebouwen het MIMA (Millennium Iconoclast Museum of Art) zoals de naam het al zegt een museum voor hedendaagse kunst.  Het museum onderscheidt zich van andere door zijn business model dat gebaseerd is op crowdfunding en ticket verkoop maar ook door de aangeboden tentoonstellingen die een jonge generatie aan de bak laten komen met nieuwe artistieke genres en het aantrekken van een nieuw publiek.  Tenslotte is hier ook het Brussels City Center Hotel, onderdeel van de Meininger hotels. Onder het motto The Urban Artists Home brachten 20 grafittikunstenaars uit verschillende Europese landen originele kunstwerken aan op de muren, die nu overal in het hotel te bewonderen zijn.

We stappen verder voorbij het buurtpark Pierron en zien voor ons het kruispunt van de Ninoofsesteenweg  met de kaaien.  Net voorbij dit kruispunt ligt de sluis van Molenbeek, één van de twee sluizen op het grondgebied van het Brussels Hoofstedelijk Gewest.  Deze sluis laat toe een hoogteverschil van 3,9 m te overbruggen.  Mocht er een schip in de sluis liggen of komen aanvaren dan is het beslist de moeite om een versassing mee te maken van op de brug van Ninoofsesteenweg.  De sluis is bijna 82m lang en 10,5 breed.  Ze laat schepen toe met een capaciteit van 1350 ton, wat overeenkomt met de lading van 45 vrachtwagens!  Dit zegt meteen genoeg over het belang van het kanaal om vrachtverkeer uit de stad te houden en het toont tevens aan waarom er niet zoveel schepen voorbijvaren.

Wie niet naar de sluis gaat kijken slaat aan het park rechtsaf de Delaunoystraat in waar in de vroegere Bottelarij de KVS een onderdak vond tijdens de renovatie van de gebouwen aan de Brusselse Lakensestraat en ook het balletgezelschapRosas een dak boven het hoofd had.  Nu is er een campus van het RITCS gevestigd, dat sinds 1962 van een klein opleidingsinstituut uitgroeide tot een wereldvermaarde opleiding voor audiovisuele en podiumkunsten.

We komen op onze rechterzijde aan Park van La Fonderie, op de hoek van de Olifantstraat.  Aan de overkant van de straat merken we een jeugdherberg van de Fédération Wallonie-Bruxelles met een opmerkelijk versierde gevel: een mozaïek, een participatief werk met buurtjongeren.  We stappen schuin door het park naar het smalle Cail en Halotstraatje langswaar we in de Ransfortstraat komen die naar links inslaan.

Hier komen we La Fonderie – De Bronsfabriek tegen, nu een museum van Industrie en Arbeid, gevestigd in de voormalige fabriek van de Compagnie des Bronzes, één van de grootste bronsgieterijen van België, waar niet alleen ketels en stoommachines werden vervaardigd, maar waar ook heel wat standbeelden zoals bv. de Brabofontein in Antwerpen of Jacob Van Artevelde in Gent en nog heel wat andere werden gegoten.  Aan de toegangspoort zien we nog restanten van het productieproces en de studio’s van tekenaars links, de directeurs- en conciëgewoning links en in de achtergrond de productieafdeling.  Het huidige museum en de restanten van de gieterij zijn zeker een bezoek waard, misschien op een andere dag.  Kijk alvast op hun website www.lafonderie.be

Voorbij de Bronsfabriek slaan we rechts de Finstraat in waar een kleurrijke huizenrij onze aandacht trekt.  Het is een complex van passiefwoningen opgetrokken vanaf een houten constructie met een inventief ventilatie- en isolatiesysteem.  De woningen zijn een initiatief van buurthuis Bonnevie, dat we tijdens onze vorige wandeling reeds zagen, de vzw CIRE, het Woningfonds van het Brussels Gewest en de gezinnen die de woningen in 2010 betrokken.  Poolreiziger Alain Hubert is peter van dit project.

Merk ook de twee stadstuinen op die aan de Finstraat grenzen.  Op het einde van de straat draaien we naar links de Brunfautstraat in.  Lang geleden was dit een van de drukste straten uit de buurt met verschillende fabrieken, smeden, steenkool- en houtopslagplaatsen, vlees- en  visverwerkende bedrijven.   Midden vorige eeuw werd de straat gesaneerd en werden er door de Molenbeekse Huisvestingsmaatschappij gebouwen opgetrokken. De straat dank haar naam aan de gewezen volksvertegenwoordiger Fernand Brunfaut.  Hij was de vader van de wet van 15 april 1949, Wet Brunfaut genaamd, stichtte het Nationaal Fonds voor de Huisvesting, dat de financiering van de grote infrastructuurwerken voor sociale woonwijken op de kosten van het Rijk doet uitvoeren. Het was de tegenhanger van de wet van 29 mei 1948, Wet De Taeye genaamd, die de toekenning inhield van staatspremies bij de aankoop van een sociale woning, hetgeen een sterke stimulans betekende voor de eigendomsverwerving. Aldus was er een 'socialistische' wet en een 'christendemocratische' wet, die samen voor de ontwikkeling van de sociale woningbouw zorgden.  Brunfaut was van nabij betrokken bij de aanleg van de Brusselse Noord-Zuidverbinding. In 1947 werd hij voorzitter van het Nationaal Bureau der Noord-Zuid Verbinding.  Samen met zijn zoon Maxime ontwierp hij als architect ook heel wat gebouwen, denken we maar aan de gevel van de Gentse Vooruit.

De Brunfautstraat leidt on naar de Gentsesteenweg die steeds één van de drukste handelsstraten van de gemeente geweest is en dat ook nu is zij het dat de verkochte waren met de tijd wijzigden.  Nu waant men er zich in een mediterraan koopcentrum.  Een heel verschil met de Dansaertstraat aan de andere kant van het kanaal, die voor een deel een triest en vrij verlaten beeld geeft om meer naar de beurs toe over te gaan in een hippe winkelbuurt.

An de overzijde van de Gentsesteenweg gaan we vllangs hetzij de Graaf van Vlaanderestraat (recht tegenover de Brunfautstraat), hetzij langs de Pradostraat wat verderop naar de gemeenteplaats.  Deze werd heraangelegd tot een buurtplein in plaats van de ongeordende parking die het hiervoor geworden was.  Samen met het Sint-Jansvoorplein is dit plein het toneel van de donderdagse markt.  In de voormiddag kan je er dan letterlijk over de koppen lopen.

Aan de andere zijde van het plein doemt voor ons het gemeentehuis op.  Dit werd gebouwd naar een ontwerp van architect J.-B. Janssens en werd in 1889 officieel in gebruik genomen.  Merk vooral de kopergroene koepel op boven de hoekgevel die gedragen wordt door Korinthische zuilen .  Neem de moeite de trappen op te stappen en als de deur open is ga dan even binnen en laat u verrassen door dit gebouw.  Van hieruit wordt een gemeente bestuurd die begin jaren 1960 nog gen 64.00 inwoners telde, in 2010 reeds ruim 88.000 en nu bijna 100.000

Aan de achterzijde van het gemeentehuis merken we het nieuwe politiekantoor van Sint-Jans Molenbeek en zo komen we aan het einde van onze wandeling net aan de ingang van het metrostation Graaf van Vlaanderen.  

Met deze tweedelige wandeling heeft u kennis gemaakt met oud Molenbeek.  Meteen heeft u met eigen ogen kunne vaststellen hoeveel verschillen er in deze gemeente zijn, hoe deze vrij harmonieus samengaan en welke diversiteit aan cultuurbeleving er mogelijk is.

<
>
x