Cultuursmakers

Brussel MultiMolem

Brussel aan Zee deel 1 De oude havendokken

Deel 1 : de oude havendokken

We beginnen onze wandeling aan het metrostation Sint-Katelijne.  Van zodra we bovengronds komen staan we op een plein dat in Brussel gekend is als de vismarkt.  

We kijken uit op de Sint-Katelijnekerk, die gebouwd werd op het gedempte Sint-Katelijnedok in de tweede helft van de 19° eeuw ter vervanging van de vroegere kerk die zwaar beschadigd was door de ongezonde dampen van de Zenne en de overstromingen van 1850.  Van de oude kerk is nog de toren bewaard die voor ons achter de kerk staat nabij de Melsensstraat.  De kerk neemt een deel van het vroegere Sint-Katelijnedok in, het plein ervoor  neemt de rest van het dok in en was tot voor kort o.a. een groentenmarkt.  De bouw van de nieuwe kerk werd deels gefinancierd door de parochie en werd gebouwd baar de plannen van architect Poelaert, die we ook kennen van het Justitiepaleis.  De kerk diende herhaaldelijk gerestaureerd te worden en was zelfs met afbraak en ontwijding bedreigd.  Een flink deel van het Sint-Katelijneplein wordt nu ingenomen door de terrassen van de omliggende restaurants.

Het laatste kwart van de 19° en de eerste helft van de 20° eeuw werd de vismarkt gehouden op het gedempte deel van het Koopliedendok voor de kerk.  Vandaar de populaire naam vismarkt voor dit plein, waarvan de officiële namen nog verwijzen naar de kaaien: Baksteenkaai en Brandhoutkaai.  Vroeger was de vismarkt een deel van de hallen van Brussel die zich bevonden waar nu een grote bouwwerf ligt voor de bouw van het nieuwe administratieve gebouw van de stad Brussel en waar tot niet zolang geleden Parking 58 het straatbeeld vulde.  Panelen aan de bouwwerf geven een mooi beeld van de geschiedenis van die plek.

Het Sint-Katelijnedok werd als eerste gedempt, net zoals een deel van het Koopliedendok en ook al wilden sommigen toch handelsactiviteit in het centrum van de stad behouden, maar de kleine – voor velen te kleine – dokken brachten te weinig op in verhouding tot de ingenomen plaats en zo verhuisde de havenactiviteit begin 20° eeuw volledig van het centrum naar de buurt van Thurn en Taxis waar de nieuwe haven het leven zag, maar hierover later meer.

Midden 20° eeuw, dus na het verdwijnen van de vismarkt werd het plein ingenomen door koning auto en was het zoals zoveel pleinen een parkeerplaats.  Voor de aanleg van de metro werd het plein helemaal opengelegd en na de voltooiing van die werken  werden de twee waterpartijen met fonteinen die we nu aan beide uiteinden van het plein zien aangelegd. 

De graafwerken voor de aanleg van de metro legden een groot ijzeren wiel bloot waarvan de doormeter 5m bedroeg.  Het werd na de afwerking van het plein en na restauratie op het plein  heropgebouwd achter de waterpartij bij de Sint-Katelijnekerk.   Dit wiel  diende voor het draaien van de brug die tussen het Koopliedendok en het Schuitendok lag, dus eigenlijk aan de andere zijde van het plein waar nu de fontein en zuil staan.

 De fontein achteraan het plein nabij de Varkensmarkt, opgericht ter herdenking van Jules Anspach, burgermeester en bezieler der centrale lanen van de stad,  stond oorspronkelijk op de De Brocukèreplein, maar werd naar hier verplaatst bij  de aanleg van … de metro. Deze fontein verdient enige aandacht. Uit een voetstuk in witte steen rijst een obelisk op met in de top een kleine toren waarop een Sint-Michiel in verguld brons. Aan de voorzijde van de obelisk (langs de zijde naar de kerk) zien we een wit marmeren Anspach medaillon van de hand van beeldhouwer Paul De Vigne.  Boven het medaillon staat een tronende haan, zinnebeeld van waakzaamheid, die een bijzondere deugd van Anspach was.  De zijkanten zijn versierd met  allegorische vrouwenfiguren: de erkentelijke stad Brussel en de gemeentelijke overheid.  Op het voetstuk zien we ook een beeldhouwwerk in hoogreliëf dat de overwelving van de Zenne – afgebeeld als een onder het gewelf liggende vrouw – verbeeldt.  Op de zijkanten van het voetstuk prijken dolfijnen en vier wapenschilden die de gilden van resp. kruisboogschutters, boogschutters, buksschieters en schermers voorstellen.

Het plein boven het voormalige koopliedendok werd een flaneerplaats waar het zeker in de zomer aangenaam wandelen of zitten is en waar rond de jaarwisseling een belangrijk deel van winterpret mee te maken valt.

Bekijken we ook de gevels langs zowel de Baksteen als de Brandhoutkaai.  Verschillende ervan dateren uit de periode van de havenactiviteit, en ook vis is hier niet ver weg met de vele restaurants.  Deze buurt maakt niet zomaar deel uit van de buik van Brussel.  Let zeker op een aantal mooie gevels in Lodewijk XV (Baksteenkaai 14-16; 23; poort 26) of barokstijl.  Zowat alle benedenverdiepingen werden in de 20° eeuw verbouwd.

Aan de hoek met de Varkensmarkt - tegenover de Anspachfontein – staat het huis Le Cheval Marin – Het Zeepaard.  Oorspronkelijk gebouwd in 1680 in Vlaamse Renaissancestijl was het jarenlang het gebouw van de Haven van Brussel waar het kantoor van de havenkapitein gevestigd was en waar men kaartjes kon kopen voor een bootreis naar Antwerpen, een dienst die verdween met de komst van de spoorwegen.   De stad kocht het gebouw eind 19° eeuw met de bedoeling er een politiekantoor in onder te brengen.  De werken zouden te duur zijn en dus verkocht de stad het met de verplichting aan de koper het op identieke wijze herop te bouwen.  Het werd een restaurant en na een jarenlange leegstand en restauratie heropende het in 2018 de deuren.

We laten  de Varkensmarkt met het Bronx jeugdtheater voor wat ze is en gaan de andere kant op.  Het valt onmiddellijk hoe de voormalige havendokken nog steeds het uitzicht van dit deel van de stad bepalen.

Door de bocht naar rechts te volgen staan we voor het monument van de postduif.  Postduiven waren tijdens de eerste wereldoorlog van ontzettend belang om berichten te kunnen overbrengen naar de andere kant van het front.  Dat er op deze duiven geschoten werd en er dus flink wat sneuvelden is best te begrijpen.  Dat dit monument op deze plaats staat hoeft ook niet te verwonderen: de ganse buurt werd heraangelegd in de periode na de eerste wereldoorlog, getuige tal van straatnamen die verwijzen naar o.a. de slagvelden van de grote oorlog.

Volgen we de lijn van de Baksteenkaai voor het monument weg dan komen we aan  de Loquenghienstraat, die recht op het kanaal Brussel-Charleroi uitgeeft en die herinnert aan een van de grondleggers van het kanaal Brussel – Rupel en van de haven van Brussel.

Maar blijven we binnen het voormalige havengebied. Het middendeel van de weg wordt hier opgevuld met een park waar ook een speeltuin en hondenweide bij horen en men in gewone tijden kan verpozen op een zitbank.  Voor elk wat wils in deze dichtbevolkte buurt.  Als we ook hier wat meer aandacht besteden aan de gevels dan merken we veel van de oudere gebouwen handelsdoeleinden dienden: grote poorten en bovenaan de gevels de mogelijkheid om goederen met katrollen binnen te halen.  

Hier lag destijds het Schuitendok dat in 1910 het lot van het Sint-Katelijne- en het Koopliedendok volgde en gedempt werd.  De straten langs dit voormalige dok dragen andermaal de historische naam van een kaai: de Timmerhoutkaai, Steenkoolkaai en Kalkkaai, terwijl het plein in het midden genaamd werd naar de in 1996 overleden Franse schrijfster en verzetsstrijdster Marguerite Duras.

Bij onze wandeling langs het Schuitendok zien we aan de Steenkoolkaai vooral bebouwing uit de 19 en 20° eeuw aangevuld met enkele recent opgetrokken gebouwen.  Verder langs de Kalkkaai merken we enkele 19° eeuwse neo-classistische huizen (nrs.1-2-3-4-7) met daartussen een 18°eeuws herenhuis in Lodewijk XV stijl.

Aan de overzijde, aan de Timmerhoutkaai staan een aantal 17°eeuwse huizen (1-2-2-4-5-10), maar we letten vooral op nr.9, het Hanzehuis, een patriciërs  woning gebouwd in de 17°eeuw.  De gevel is opgetrokken uit zandsteen voor de benedenverdieping en uit baksteen voor de verdiepingen.  De naam verwijst misschien naar de Hanzesteden, maar het heeft helemaal niets te maken met deze stedenbond.  In de jaren 1980 werd het gebouw grondig gerenoveerd.

Waar het parkje overgaat in een grote vlakte, doorsneden door de tramsporen en met in de zomer enkele waterpartijen draaien we rechtsaf naar een volgend gedempt havendok.  We moeten nauwelijks verwijzen naar een dok, de ruimte in het midden en het feit dat de straatnamen aan beide zijden van het plein verschillen zeggen genoeg.

Ook hier heeft de parking die er in het midden van de jaren 1950 kwam te liggen plaats gemaakt voor buurtgericht park met helemaal vooraan (voor ons althans) een sportpleintje en helemaal achteraan de KVS (Koninklijke Vlaamse Schouwburg), een monument van de Vlaamse Cultuur in Brussel.

Al wandelend in de richting van de KVS bekkijken we de gevels langs het Stapelhuisdok, ook gekend als Hooidok dat gegraven werd op de weiden van het Brusselse begijnhof.  De begijnhofwijk ligt trouwens tussen dit dok en het Koopliedendok waar we onze wandeling begonnen.  Het Hooidok dankt zijn naam ongetwijfeld aan het feit dat hier destijds de trekpaarden van de schuiten werden uitgespannen en er dus ook veel hooi moest gelost worden ten behoeve van deze werkpaarden.

Aan onze rechterzijde ligt de Arduinkaai.  In het voormalig textielmagazijn aan nr. 28 is het Archief en Museum van het Vlaams leven in Brussel (AMVB) gevestigd waar regelmatig tentoonstellingen georganiseerd worden en waar waardevol archief geordend en bewaard wordt. Zeker een apart bezoek waard.  Op deze plaats bevond zich destijds een theater waar voor het eerst een opera zou opgevoerd worden en dat verdween toen op het Muntplein de voorloper van de huidige Muntschouwburg werd opgetrokken.

Verder zien we aan beide zijden van het dok nog een aantal oude gevels die getuigen van de rijkdom die handel en haven destijds meebrachten.  Aan het einde van het voormalige dok staat een kunstwerk van Wim Delvoye dat een betonmolen voorstelt.  Daarachter scheidt nog slechts een waterpartij ons van de achterzijde van de KVS.

Een bezoek aan de KVS en het gebouw is een uitstap op zich maar merken we hier alvast op dat het gebouw oorspronkelijk dienst deed als opslagplaats van goederen.  Tijdens de Franse overheersing werd er een regiment in ondergebracht en ook het jonge België gaf het gebouw een militaire bestemming als opslagplaats voor het landleger, iets waaraan de plaat boven de poort herinnert “Magasins de l’Artillerie et du Génie”.  Na de verbouwing tot schouwburg in de jaren 1880 werd deze vroegere voorgevel een achtergevel.  Verschillende aanpassingen en renovaties verder beschikt de KVS ook over een tweede zaal aan de Arduinkaai – de KVS Bol -  waarvan de voorgevel uitgeeft op de zijgevel van de schouwburg.

Hier eindigen we het eerste deel van onze wandeling.  Wie onmiddellijk wil doorgaan met deel twee stapt terug naar het Schuitendok.  Wie hier stopt gaat langs de KVS naar de Lakensestraat om rechts af te slagen en terug te gaan Sint-Katelijne langs de Lakensestraat en het Zaterdagplein of slaat linksaf om op het einde van de straat aan het metrostation Yzer te komen. 

Vanaf 8 mei leest u het vervolg

<
>
x